EEN REIS IN BOLIVIA 1990
toch nog voldoende gemotiveerd om eens te kijken op een aardige bergrug op 14 kilometer
voor Sucre. Jan en Hanneke bleven achter bij de auto, terwijl Kik, Jeroen en ik begonnen
te klimmen. De veelbelovende rug was verder dan ik aanvankelijk gedacht had, maar
we kwamen er toch. Ik vond Lobivia cinnabarina en een parodia, maar geen sulco's.
Jeroen en Kik waren de andere kant uitgegaan. Zij vonden enkele veelkoppige planten
van S. canigueralii. 14 kilometer voor Sucre bleek overigens hemelsbreed veel minder
van Sucre af te liggen. We zagen de cementfabriek al vrij dicht bij ons. Het was
opmerkelijk, dat je toch nog zo ver (9 km) moest rijden om daar te komen vanwege
de vele bochten in de weg.
In Sucre vonden we vrij eenvoudig de Avenido de Ravelo,
waar alojamiento Bustillo nog steeds stond. Weliswaar kwamen we weer in de knoop
met de wegen voor eenrichtingverkeer, maar het gaf geen echte problemen.
Kik en ik hadden de anderen lekker gemaakt met het idee van een goede Chinees en een warme douche, waar we intussen wel aan toe waren, want de laatste douche was in Aiquile geweest.
Het alojamiento was duurder geworden: Bs 10,-
Hanneke en Jeroen namen in de tijd dat ik de auto wegbracht al vast een warme douche, maar wisten niet de juiste hoeveelheid water per seconde te bepalen en kregen dus koud water. Ze leken hierna wat teleurgesteld te zijn in het comfort van Sucre.
Nadat iedereen zich had opgeknapt, kwam het klapstuk van de avond: de Chinees tegenover de markt, twee minuten lopen van het alojamiento. We aten goed, hoewel het toch niet de kwaliteit van het restaurant in Cochabamba benaderde: het was wat vet en niet al te warm.
We waren zeker behoorlijk vermoeid, want om 9 uur gingen we al plat. Om half twee
werd ik weer wakker: ik barstte van de dorst. Op hetzelfde moment stond Hanneke ook
op. Ook zijn had verschrikkelijke dorst. Net hadden we een paar koppen (kraan!-
30