EEN REIS IN BOLIVIA 1990

EXIT

40

30

20

10

SORTIE

50

toch nog voldoende gemotiveerd om eens te kijken op een aardige bergrug op 14 kilometer voor Sucre. Jan en Hanneke bleven achter bij de auto, terwijl Kik, Jeroen en ik begonnen te klimmen. De veelbelovende rug was verder dan ik aanvankelijk gedacht had, maar we kwamen er toch. Ik vond Lobivia cinnabarina en een parodia, maar geen sulco's. Jeroen en Kik waren de andere kant uitge­gaan. Zij vonden enkele veelkoppige planten van S. canigueralii. 14 kilometer voor Sucre bleek overigens hemelsbreed veel minder van Sucre af te liggen. We zagen de cementfa­briek al vrij dicht bij ons. Het was opmerkelijk, dat je toch nog zo ver (9 km) moest rijden om daar te komen vanwege de vele bochten in de weg.
In Sucre vonden we vrij eenvoudig de Avenido de Ravelo, waar alojamiento Bustillo nog steeds stond. Weliswaar kwamen we weer in de knoop met de wegen voor eenrichtingver­keer, maar het gaf geen echte problemen.

Kik en ik hadden de anderen lekker gemaakt met het idee van een goede Chinees en een warme douche, waar we intussen wel aan toe waren, want de laatste douche was in Aiquile geweest.

Het alojamiento was duurder geworden: Bs 10,- (f 6,-) per bed per nacht, maar er was inderdaad een warme douche. Men herkende ons: wij waren immers die lui met zakjes met cactussen! De auto zou eigenlijk tegen betaling geparkeerd moeten worden in een garage in de Calle Tarija. Maar voor vrienden geldt een speciale regeling: onze auto werd gestald op de binnenplaats van het huis van de eigenaar, weliswaar een half uur lopen van Bustillo.

Hanneke en Jeroen namen in de tijd dat ik de auto wegbracht al vast een warme douche, maar wisten niet de juiste hoeveelheid water per seconde te bepalen en kregen dus koud water. Ze leken hierna wat teleurgesteld te zijn in het comfort van Sucre.

Nadat iedereen zich had opgeknapt, kwam het klapstuk van de avond: de Chinees tegenover de markt, twee minuten lopen van het alojamiento. We aten goed, hoewel het toch niet de kwaliteit van het restaurant in Cochabamba benaderde: het was wat vet en niet al te warm.

We waren zeker behoorlijk vermoeid, want om 9 uur gingen we al plat. Om half twee werd ik weer wakker: ik barstte van de dorst. Op hetzelfde moment stond Hanneke ook op. Ook zijn had verschrikkelijke dorst. Net hadden we een paar koppen (kraan!-)water gedronken, toen we gestommel in de kamer naast ons hoorden: Jeroen had overgegeven. Was dit een gevolg van de lange, warme dag of was de Chinees niet zo goed als we gedacht hadden?


>

<

30