EEN REIS IN BOLIVIA 1990
eetgelegenheden. Ons restaurant bleek op verschillende manieren kip te bereiden en dat smaakte lang niet slecht. Ook Jeroen deed weer overtuigend mee, maar hij had zijn bord nog maar net leeg, toen hij haastig de tafel verliet om het toilet te bezoeken. Dat deed hij dermate fanatiek, dat wij kort daarna ook maar vertrokken en eigenlijk nooit meer terug durfden komen.
We slenterden nog langs een aantal stalletjes, waar de meest uiteenlopende dingen
aangeboden werden tot zelfs draagbare PC's! Kik en ik hadden de anderen ook melding
gemaakt van de hamburguesas in Sucre. Jan en ik zagen dat wel zitten. Een hamburguesa
kostte Bs 1,-
Dinsdag, 17 juli.
Kik wilde graag naar Potosi om Lobivia rossii te zoeken. Aanvankelijk wilden we er met ons allen heen, maar nu Jeroen niet lekker was, ging Kik samen met Jan. Ik vond het niet zo erg, want ik had Potosi al eens bezocht. Het was er toen koud en de lucht was ijl. Zelfs een bezoek aan de Cerro Rico zou mij niet enthousiast kunnen maken voor Potosi.
Hanneke en ik maakten een afspraak met een taxi-
We zwaaiden Kik en Jan uit, zetten een kop koffie en wachtten tot twaalf uur. Jeroen was behoorlijk opgeknapt, dus we konden er weer tegen aan.
Met de taxi waren we al gauw in Barranca. Kik had mij gevraagd bij hacienda Barranca enkele L. obrepanda na te verzamelen. We stopten bij de hacienda, een huisje van misschien 5 meter lang en 3 meter breed. Onmiddellijk gingen de bewoners met houwelen op pad om eventueel alle cactussen uit te roeien. Ik begon onmiddellijk "bastante!" te roepen, maar kon toch niet verhinderen, dat het aantal uitgestoken planten groter was dan gepland.
Welke sulco-
32