EEN REIS IN BOLIVIA 1990
buitengewoon boeiend en verzorgd. Met name het optreden van "Los Masis" was de moeite
waard. Van deze groep hebben we later enkele LP's kunnen kopen. Na twee uur geluisterd
te hebben gingen we terug naar het hotel. Het was al elf uur. Zo laat waren we nog
nooit eerder naar bed gegaan.
Woensdag, 18 juli.
De taxi stond om precies 9 uur voor. Ik had op de kaart een weg gevonden, die tussen de cementfabriek en Barranca naar het noorden ging. Alfredo kende deze weg niet, maar na enig vragen kwam hij er achter.
Het landschap zag er voor een sulco-
Ter hoogte van de cementfabriek was wat ruw terrein, maar toen ik er aankwam, geloofde ik al niet meer in sulco's.
Moesten we nog verder? De hoogtemeter gaf 2700 meter aan en voor zover ik wist groeiden de sulco's bij Sucre nauwelijks onder 3000 meter. Maar ik zag een eind verder nog een stenige rug en wilde nog een kans wagen. Alfredo was er waarschijnlijk niet blij mee, want de weg was erg slecht en hij was zuinig op zijn auto.
Deze rug zou inderdaad sulco's kunnen bieden, maar de hoogtemeter gaf nauwelijks 2800 meter aan. We zochten enige tijd zonder resultaat. Net toen ik wilde opgeven ontdekte Hanneke een S. canigueralii van misschien wel 50 hoofdjes. Dat gaf de burger moed. Natuurlijk zouden we onmiddellijk een tweede vinden, maar dat gebeurde niet. Ik nam al genoegen met een stek van deze ene plant, toen Hanneke eindelijk een tweede vond en meteen daarna de volgende. Het bleek, dat de planten op een buitengewoon klein veldje groeiden, misschien twee vierkante meter groot, maar daar stond het dan ook mudvol. Het waren meestal grote planten, waarvan gemakkelijk een stekje af te nemen was. Door hun kleur vielen ze nauwelijks op tussen de stenen.
Mijn dag was goed. Verder rijden had geen zin en ons ontbrak een beetje het heilige vuur. We reden terug naar alojamiento Bustillo, boden Alfredo een kop koffie aan en wisselden adressen uit.
De middag werd passief doorgebracht. Het kantoor van de Lufthansa had niet onze hele vlucht kunnen confirmeren. Dat moest dus in La Paz gebeuren. Hanneke en ik bezochten nog een natuurhistorisch museum dat best interessant was en
34