EEN REIS IN BOLIVIA 1990
toen brak het moment van het ontbijt aan. De inwendige mens werd bij Avianca weer
niet vergeten.
We mochten op het vliegveld van Santa Domingo in het vliegtuig wachten.
Er was niet veel te zien. Na een uurtje werd er weer opgestegen en vlogen we richting
Bogota. En we kregen weer ontbijt!
De zon was inmiddels opgekomen. Boven Venezuela en Colombia hadden we een prachtig uitzicht. Ik maakte kennis met een Peruviaanse medepassagier, die in Rotterdam woonde.
Toen we in Bogota aankwamen, volgde er een wachttijd. Voor ieder douanekantoortje
stond een lange rij, die maar heel langzaam vooruit ging. Maar wij konden onze tijd
doden met het aanschouwen van enkele Zuidamerikaanse fotomodellen, die enigszins
excentriek gekleed duidelijk aanwezig waren. Als laatsten passeerden wij de paspoortcontrôle
en kregen een visum. Vlak bij het kantoortje stond een stevige dame, die passagiers
op doorreis opving en ze een bon voor het Continental-
We werden verwezen naar een klein, overjarig busje, waar ons de bagage bijna uit de handen werd gerukt om in te laden. Daarna wensten onze helpers een fooi, maar helaas stagneerde onze kennis van het Spaans op dat moment. Onze helpers hadden feitelijk niets met ons te maken, maar ze hoopten op deze manier ongevraagd met veel bluf iets te verdienen.
Het Continental-
Dicht bij het hotel bevond zich een vlooienmarkt. Hier slenterden we overheen. Tot
onze verbazing stond hier een stalletje, waar men cactussen verkocht op naam! De
eigenaar bleek een Frans-
Ik vond in een stalletje een accordeon, die best zijn diensten zou kunnen bewijzen
in Bolivia. Helaas was het ding rijp voor de sloop en moest $ 140,-
Wij waren wel wat verreisd en hadden ook last van het tijdsverschil, 7 uur in
4