EEN REIS IN BOLIVIA 1990

EXIT

40

30

20

10

SORTIE

50

Panamericano-hotel bleek ook niet erg bekend. De hellingen, die we moesten rijden, waren stijl, terwijl we in een file reden en er steeds weer mensen overstaken. Ik vond het niet echt leuk, maar op het moment, dat we besloten een heel andere kant uit te gaan, stonden we tot onze stomme verbazing voor het hotel en konden nog voor de deur parkeren ook.
Het was inmiddels tijd voor het ontbijt. Hanneke, Jeroen en Kik gingen nog even een paar boodschappen doen; Jan zou naar huis bellen om te melden, dat we nog springlevend waren. Dat kon vanuit het hotel.

Om één uur stonden we reisklaar. Ik had de kaart in de foyer van het hotel bestudeerd en reed zonder moeite volslagen fout. We hadden naar El Alto moeten rijden, maar kennelijk had ik een afslag gemist en richtingborden worden nog steeds zeer sporadisch geplaatst. We vroegen iemand de weg. Deze beduidde ons, dat we precies de andere kant uit moesten. Ik sloeg dus rechtsaf van de grote weg af en weer bleek dit een straat voor eenrichting­verkeer te zijn, die ik verkeerd inreed.

Een vriendelijke agent hield ons ogen­blikkelijk aan en wees mij in een boekje aan, wat ik fout gedaan had: vier overtredingen tegelijk! Dit zou een flinke boete worden, misschien wel gevangenisstraf en nogmaals wees hij vier overtredingen aan, nu andere. Als hij ons naar zijn chef zou brengen, zou dat misschien wel $ 300,- kosten, eventueel eenzame opsluiting voor enkele nachten, misschien wel een maand of langer. Nogmaals wees hij vier nieuwe overtredingen aan. We vroegen hem, hoe wij de eenrichtingsstraat hadden kunnen herkennen, maar dat leverde slechts andere overtredingen op met waarschijnlijk nog hogere boetes. We legden uit, dat we de weg naar Oruro zochten. Nou, we zaten volslagen fout, moesten terug rijden, maar niet over deze weg.

De conversatie werd uiteindelijk wat eentonig en wij kozen er voor, dat hij ons maar naar zijn chef zou brengen. Dat vond hij vervelend voor ons. Wij zouden hem ook kunnen betalen, maar hij wilde geen bedrag noemen. Wij boden hem Bs 5,-, maar dat was veel te weinig, dus moest hij ons meenemen. Maar dat was ook niet zijn bedoeling. Uitein­delijk reed hij een eindje met ons mee, wees ons de goede weg en wij verblijd­den hem met Bs 5,-. Misschien was deze fooi te hoog, maar we wilden verder. Deze hele geschiedenis had bijna een uur geduurd.

Even buiten La Paz op El Alto moesten we peaje betalen: Bs 10,- naar Oruro. Daarna reden we over de Altiplano, een kolossale vlakte op ongeveer 4000 m hoogte. Achter ons waren besneeuwde bergtoppen te zien, o.a. van de Illimanni en

>

<

8