EEN REIS IN BOLIVIA 1990
Elke volgende stop was nu bingo. We volgden een bergrug, die waarschijnlijk een
deel vormde van de veelbesproken waterscheiding, "Yacu Particu". Op zeker moment
zagen we grote puya's en even verder een rug met opvallend gesteente, waar we grote
sulco's vonden met afstaande, gele dorens. Er waren planten bij met een diameter
van 12 cm, niet spruitend.
Tegen zes uur kwamen we aan in Mizque en vroegen naar een
alojamiento. Dat kon geen probleem zijn volgens Kik. Mizque is immers de hoofdstad
van een provincie en daar mochten we wel enig comfort verwachten. Het bleek echter
niet zo eenvoudig te zijn. Aanvankelijk kregen we te horen, dat er geen alojamiento
of hotel was in Mizque. Maar tenslotte belandden we bij Pascual Morales, een oude
heer, die aan de straat "Bolivar" woonde.
We konden achterom rijden om de auto in zijn tuin te stallen bij een boom. Zij huis was brandschoon. We mochten vooral niet door het zand lopen, maar over de tegels. We kregen een gigantisch slaapvertrek toegewezen. Onder ieder bed stond een po. Om ons te wassen konden we gebruik maken van een teiltje water. Alles leek perfect, maar we konde Pascual niet duidelijk maken, dat we graag wilden weten, waar het toilet was. Uiteindelijk zochten de mannen de boom bij de auto maar op, terwijl Hanneke zich tevreden moest stellen met een po.
We vonden aan de Plaza een aardig eethuis. Daarna was er nog gelegenheid bij Pascual Morales de vondsten te bekijken en het verslag bij te werken, want Mizque heeft elektriciteit van 18.30 tot 21.30 uur. Op de binnenplaats bij de heer Morales stond een grote tafel, waarboven een peertje brandde. We hadden het getroffen met dit onderkomen.
Maandag, 9 juli.
De bedden waren goed bij Pascual Morales. Toen ik om zes uur wakker werd, hoorde ik alle hanen van Mizque en omstreken en verder niets. Voor iemand uit de Randstad een ongekende luxe.
Om zeven uur stonden we op en ook Señor Morales was vroeg uit de veren, misschien om ons in de gaten te houden. Hij sprak Kik aan, die net terug kwam van de boom, en liet hem vol trots een schitterende badkamer met toilet zien. Ook Hanneke werd meegetroond om al het moois te bewonderen. Hij had vijf zonen, die allen gestudeerd hadden. Maar ondanks deze fraaie badkamer stonden wij ons nog steeds te poedelen in een teiltje water en bezochten de boom.
18