EEN REIS IN BOLIVIA 1990
Na ongeveer 10 kilometer zochten we voor het eerst, ik tussen de stenen, Hanneke beneden in een terrein, waar ze niet zouden kunnen groeien. Zij vond ze, ik niet. De volgende drie stops leverden soortgelijke planten op.
Toen kwamen we bij een berg, waarvan als het ware de lagen van het gesteente zichtbaar waren. Hier bleken planten van het type HS 151 te groeien. Eerst leken er weinig te staan, maar plotseling stonden we op een plaats, waar ze massaal voorkwamen. Jeroen had aan de andere kant van de weg gekeken, waar het zanderig was. Hij was dus bij voorbaat kansloos, maar vond ze wel, op een halve vierkante meter heel veel bij elkaar.
We reden door tot 15 mijl uit Totora. Nu waren we afgedaald tot 2000 meter. Hier vonden we wel Lobivia calorubra en een echinopsis, maar geen sulcorebutia.
Bijna vanaf Totora lag rechts van de weg een dal, dat steeds dieper leek te worden. Ik had thuis het plan opgevat om te voet van Rancho Pampa Grande naar het oosten te gaan en op de plaats, waar we ons nu bevonden, uit te komen. Jan was bereid mee te gaan, want hij had de vorige wandeling gemist. Kik was sceptisch over de mogelijkheden. Ik moest toegeven, dat het diepe dal mij de moed ontnam. Misschien zou de wandeling mogelijk zijn, maar de inspanning zou zeer groot geweest zijn. Het leek ons beter deze wandeling uit te stellen tot een volgende reis.
Er was een nieuwe pijplijn gemonteerd, die grotendeels langs de weg liep, maar af en toe was er ook een baan naast de pijplijn berijdbaar gemaakt. Hier vonden we op zeker moment heel wat stenen met fossiele schelpen.
Terug in het hotel gingen we ons eerst maar eens uitvoerig wassen. Er was water en het was nu niet zo koud. Telefoneren naar Nederland bleek niet te kunnen. We lummelden wat rond. Ik liet het serveerstertje van het hotel de gevonden plantjes zien. Ze bekeek ze even en sprak toen de wijze woorden: "Son los mismos." En wij maar denken allerlei verschillende soorten gevonden te hebben!
Het werd donker, dus koud en etenstijd. We bestelden de beloofde kip, maar het meisje schudde het hoofd: er was geen kip. Ze werd onmiddellijk tegengesproken door de baas. Natuurlijk was er kip. Daarbij hadden ze een soort gele bietjes bereid, waar we niet zo enthousiast van waren. De kip smaakte goed, maar was waarschijnlijk niet meer de jongste. En warempel konden we nog even bridgen. De
26